Het Chinees meisje dat alles kon zijn wat ze wilde zijn

9 november 2017 - Beijing, China

Fladderend struin ik door de campus van Tsinghua University. Mijn ogen zitten nog vol slaap en mijn brein gaat als een intercitytreintje voort. Overal om mij heen hoor ik flarden van gesprekken in een taal die niet de mijne is. Mijn oren proberen er wat van te maken, maar het eindigt in ruis. 

Mijn passen leiden mij naar de geuren van de kantine. Een mengelmoesje van odeurs die mij sinds kort bekend zijn. Ik stap in een wereld van oneindige keuzes. Deze begint al als de armen van het gebouw mij omsluiten. Zal ik de roltrap nemen of blijf ik op de begane grond? Ik kies voor het laatste en sluit mij gehoorzaam aan achter de stroom van eensgezinden. Bij de ingang van de kantine staan de schoonmaaksters al kordaat klaar. Met een strak gezicht kijken ze rond, op zoek naar de etensresten die buiten de dienbladen belanden. Als de veroorzaker hiervan opstaat, snellen zij met een emmertje hier naartoe om het tafelblad van zijn nieuwe vrienden te ontdoen. Met soepele bewegingen is de tafel binnen enkele vegen ontruimd en keert zij terug naar haar startpositie. Mijn mondhoeken krullen langzaam omhoog; een lach verschijnt op mijn gezicht. 

Inmiddels is mijn pas vertraagd, de kantine loopt langzaam vol. Dikke rijen staan er voor de bakken met Chinese gerechten waarvan ik de naam meestal binnen een paar minuten ben vergeten. Daarachter staan de opscheppers. Je wijst aan wat je wil opeten en met een kwak belandt het op een bordje met het logo van de universiteit. Voorzichtig zet ik het op mijn dienblad, nadat ik mijn kantinepas uit de betaalmachine heb gehaald. Nu begint de echte uitdaging, het vinden van een zitplaats. De zitplaatsen zijn van tevoren bezet. Niet door personen, maar door de spullen van deze. Overal op de tafeltjes zijn er sleutelbossen, jassen of andere spullen om het terrein van de geclaimde eettafel af te bakenen. Na enige tijd rondgespeurd te hebben, vind ik een tafeltje en plof ik neer. Tevreden begin ik aan mijn warme maaltijd. Om mij heen zitten er Chinezen. Letterlijk overal waar ik kijk. De meesten houden hun mobieltje met de ene hand vast en met hun andere hand bedienen ze behendig hun eetgerei. Ik word opgeslokt in een kakofonie van geslurp en gekauw. Naast mij wordt een botje uitgespuugd op de tafel. In mijn ooghoek zie ik een schoonmaakster al in de aanval staan. 

Voor mij zit een Chinees meisje, een jaar of acht oud. Lieflijk aait ze de noodles in haar soepje met haar eetstokjes. De slierten draaien in kolkjes rond met wat stukjes paksoi en wolkjes sojasaus. Het meisje staat aan dek. Vandaag is ze voor het eerst kapitein. Na wat rustig vaarwater gooit ze enthousiast het roer om. De sliertjes dreigen hun groene metgezellen op te slokken. Gebiologeerd staart ze ernaar. Schuins tegenover mij zit haar moeder. In een scherp dialect spreekt ze haar dochter toe. Verbaasd ontsnapt het meisje uit haar gehypnotiseerde blik. Een paar secondes kijkt ze me aan. Binnen in mij woelt ondertussen een schaterlach. Het meisje draait haar hoofd een kwartslag en tegelijkertijd zie ik haar mond veranderen in een pruillipje. Even lijkt het een donderslag bij heldere hemel, maar het meisje lacht nu haar melktandjes bloot en staat nog steeds aan dek. Ik hoor haar moeder hoorbaar zuchten en ze gaat verder met het verorberen van haar maaltijd. Het meisje kijkt me nu weer aan en glundert. Mijn schaterlach is nu ontsnapt en ik tik ritmisch met mijn eetstokjes op mijn bord. Trots kijkt ze, om haar houding te versterken zwaait ze met haar stokjes in de lucht en ik zie haar roze schoentjes onder de tafel uitkomen. Steeds driftiger zwiepen haar stokjes in het luchtledige, terwijl ze grinnikt. Ondertussen ben ik de brassband en is zij de dirigent. De TL-buizen boven onze hoofden richten een spotlight op haar. In de mensenmassa van de kantine is zojuist een zeeheld en een artiest opgestaan. Ons tafereel heeft de aandacht van een groepje mensen gevangen die steeds harder beginnen te applaudisseren. Met bravoure neemt ze haar applaus in ontvangst en verlaat het podium met haar moeder die haar ene hand ferm vasthoudt. Haar andere hand houdt nog steeds de stokjes stevig vast. Met haar hoofd zit ze in de suikerspinnenwolken en kijkt achterom. Voor een laatste keer strooit ze groene glitters van paksoi en verdwijnt in de coulisse. 

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl